De missie van de Bos en Lommerschool luidt:
“Onze boom kan veel kinderen dragen”

Wij zijn een school voor veel leerlingen waarbij de onderwijsbehoeften centraal staan.
Onze visie is dat wij op de Bos en Lommerschool het beste uit ieder kind willen halen, zowel op pedagogisch als op didactisch vlak. Wij sluiten hierbij aan bij de drie basisbehoeften van een kind: relatie, autonomie en competentie. Dit wordt verder gespecificeerd.

Het pedagogisch klimaat (relatie)

Op de Bos en Lommerschool vinden wij het van groot belang dat een kind zich goed voelt op school. Dit proberen we te bewerkstelligen door een prettige sfeer te creëren. Hieronder wordt uiteengezet hoe we deze sfeer proberen te waarborgen.
Allereerst is de relatie tussen de leerkrachten en de kinderen van groot belang.  De leerkracht is betrokken. Binnen deze relatie probeert de leerkracht ervoor te zorgen dat een kind er mag zijn, zich gezien en welkom voelt. Dit doet de leerkracht door het kind vooral positief te benaderen, waarbij er goed gekeken wordt naar de specifieke kwaliteiten van ieder kind. Een goede sfeer komt niet alleen tot stand door een goede relatie tussen het kind en de leerkracht, maar ook doordat de sfeer in de groep goed is.

Op de Bos en Lommerschool streven wij naar samen leren én samen leven. Een school is meer dan leren alleen: op school leer je ook dat je onderdeel bent van de maatschappij en dat begint in het klein, in de klas.
Daar leren de kinderen dat zij een eigen verantwoordelijkheid dragen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen eigen oplossingen kunnen bedenken. Maar ook samenwerken en het hebben van respect voor de ander en de omgeving zijn zaken die centraal staan. Pesten wordt niet getolereerd. De leerkrachten streven ernaar om verschillen tussen kinderen te waarderen en om deze om te zetten in talenten, maar wij verwachten ook van de kinderen dat zij de verschillen bij hun klasgenootjes leren zien als positief: ieder mens (kind) is anders en daarom niet minder waardevol. Aan de sfeer in de groep en op school wordt verder nog gewerkt door verschillende vieringen, zoals het Sinterklaasfeest en het zomerfeest en allerlei uitstapjes.

We zijn voornemens een nieuwe werkwijze betreffende het pedagogisch klimaat in te gaan zetten.
Om de kinderen zo goed mogelijk toe te rusten voor het voorgezet onderwijs vinden wij het ook belangrijk dat de kinderen leren dat doorzettingsvermogen, verantwoordelijkheidsgevoel en eigen inzet onmisbaar zijn om te slagen
in je verdere leven en in de maatschappij. Hierbij is een goede samenwerking met de ouders onmisbaar.

De didactische onderwijsbehoeften (competentie en autonomie)

In onze missie gaan we als school uit van de didactische onderwijsbehoeften van kinderen. Centraal hierbij staan de
begrippen competentie en autonomie.

Competentie: Er wordt tegemoet gekomen aan de competentiebehoefte: Wat kan een kind en hoe sluiten we hierbij aan? Wat zijn de kwaliteiten van het kind? Hoe kan een kind uitgedaagd worden/blijven? Hoe kan een kind verder geholpen worden als iets nog moeilijk is? Werken met competentie betekent: werken op eigen niveau.

Autonomie: Leerlingen worden mede-eigenaar gemaakt van hun eigen leerproces. Kinderen worden geleerd dat zij daarin ook een verantwoordelijkheid dragen. Eigen inzet is van groot belang, daarom bespreken wij bijvoorbeeld het rapport voorafgaand aan de ouderavond eerst met de leerlingen. De basisbehoefte competentie krijgt vorm doordat leerlingen op hun eigen niveau en tempo de leerstof en vaardigheden
verwerken en eigen maken. Om dit te realiseren werken wij in drie subgroepen. In groep 1-2 vormen de subgroepen de drie ontwikkelingsstadia, in groep 3 t/m 8 worden deze de drie didactische aanpakken genoemd. In het hoofdstuk organisatie van het onderwijs wordt uiteengezet op welke wijze deze vorm krijgt binnen ons onderwijssysteem.

Daarnaast richten we ons op actief en constructief leren, waarbij een actieve, gemotiveerde leerhouding van alle
leerlingen van groot belang is. Leerlingen worden dus gewezen op hun autonomie: van hun leerhouding en leerproces zijn zij mede-eigenaar. In het hoofdstuk organisatie van het onderwijs wordt uiteengezet op welke wijze deze vorm krijgt binnen ons onderwijssysteem.