Verzuim
Schoolverzuim moet zoveel mogelijk worden vermeden. Als kinderen er vaak niet zijn, is dat erg slecht voor hun schoolprestaties en hun sociale contacten. Gemiste instructie kan moeilijk worden ingehaald. Als uw kind ziek is of om welke reden dan ook verzuimt, moet u dit altijd schriftelijk of telefonisch voor 8.30 uur aan de school melden. U kunt ook even persoonlijk langs komen om het te vertellen. Als wij niets van u horen en uw kind is niet op school, dan zullen we daar melding van maken bij de leerplichtambtenaar.
Kinderen van 4 jaar zijn nog niet leerplichtig. Toch zal in het kader van ‘geen kind meer thuis’, het verzuim van de 4-jarigen bekeken worden door de leerplichtambtenaar.
In de maand, volgend op de vijfde verjaardag van het kind, is het leerplichtig. Dit houdt in dat het kind vanaf dat moment de plicht heeft om naar school te gaan. Het is volgens de leerplichtwet verboden om buiten de normale schoolvakanties vrij te nemen. Er zijn echter situaties denkbaar waarin dit toch niet anders kan. In dat geval dient buitengewoon verlof te worden aangevraagd bij de leerplichtambtenaar. Dit verlof dient drie maanden van tevoren schriftelijk te worden aangevraagd.
Verlof dat niet (tijdig) is aangevraagd wordt aangemerkt als ongeoorloofd verzuim.
Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties
Vakantieverlof
Een verzoek om vakantieverlof op grond van artikel 13a van de leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden van tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd.
Voorwaarden:
- wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan;
- een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakantie mogelijk is.
Het verlof mag:
- eenmaal per schooljaar worden verleend;
- niet langer duren dan 10 schooldagen;
- niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
Extra verlof moet lang van tevoren schriftelijk worden aangevraagd bij de schoolleiding. Er zijn formulieren hiervoor op school. Voor langdurig verlof is altijd toestemming van de leerplichtambtenaar nodig. Aanvraag van verlof voor de zomervakantie verloopt ten alle tijden via de leerplichtambtenaar, verlof na de zomervakantie is nooit toegestaan. Als u geen toestemming heeft, kunt u een boete krijgen!
Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen per schooljaar of minder
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd.
Voorwaarden:
- voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden;
- voor verhuizing voor ten hoogste een dag;
- voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van de belanghebbende;
- bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad, duur in overleg met de directeur (bij terugkeer uit het land van herkomst dient schriftelijk bewijs te worden overlegd);
- bij overlijden van bloed- en aanverwanten in de 1e graad ten hoogste 4 dagen; in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; in de 3e en 4e graad voor ten hoogste 1 dag;
- bij 25-, 40- en 50-jarige ambtsjubilea en het 12,5 25, 40, 50, 60-jarige huwelijksjubilea van ouders of grootouders voor 1 dag;
- voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per schooljaar
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14 lid 3 van de leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 1 maand tevoren via de directeur van de school, bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. De ouders dienen een verklaring van een arts of een maatschappelijk/sociale instantie te kunnen overleggen waaruit blijkt dat een vakantie noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden.